• Even stilte. Kwart voor 8 uur. Daar begint het weer. 
  • Om 11 uur vliegtuigen en een gerikketik. Wat zijn we gelukkig met onze kelder [..].
  • ‘k Heb nu Vader in bed voor dutje, als ‘t wat wordt. De [Warnsveldseweg] brug, daar zitten we voor te knijpen.
  • Om 9 uur hoorde ik wat rijden en zag een klein evacuatiekarretje door 3 Moffen geduwd en getrokken met een gewonde. Vreeslijk gezicht.
  • Vader moest natuurlijk uitzien [op de uitkijk]. Die maakt me nog veel ongeruster. Als hij maar bij ons wou blijven, maar steeds kijken.
  • Nieuws van de Geallieerden zegt: ‘In Zutphen wordt verwoed gevochten.’ Ja, maar nog geen straatgevechten of ‘t moest gister bij Eefde geweest zijn. Het blafding gaat maar d
  • 4 uur: We leven nog na vreeselijk granaatvuur, wat de schoorsteen bij Brinker [J.W.
  • Om 7 uur vanmorgen ketsten de granaten weer. We bleven maar stil op ‘t kelderbeddeke liggen.
  • 12 uur: Daar gaat de brug van de Bernhardlaan er eerst uit. Gé zat bij de kachel en ik stond erbij.
  • Weinig geslapen, tenminste ik. De voordeur stond op een kier en ook de andere deuren open. De schildwachten drentelen op en neer bij de telefoondraad.
  • Toen begon van Teerling [J.W. van Teerling, rijwielhersteller, Warnsveldscheweg 43] de telefoonpaal om te hakken en toen Vader en Kardijk de andere, om samen te deelen.
  • De Moffen gingen hevig te keer en bij het terugtrekken, of elkaar aflossen, waren ze lollig van de schnaps. ‘t Was een griezel.
  • Er vonden hevig gevechten plaats aan en rondom de Deventerweg en de Schimmelpennincklaan.
  • We gingen ons wat kleeden door 2 paar mantels aan te trekken (uitkleeden deden we ook al in geen 5 dagen [..]) en ik stond echt primitief voor iedereen boterhammetje te sme
  • Boem, boem steeds maar door. ‘t Was de Blafhond in olifantsvorm. Wát een angstaanjagend geluid [..].
  • Toch kunnen we voor alles nog komen te staan. Opeens stond de kelder vol smook. ‘t Bleek dat ‘t huis van Hartskerel [B.
  • Al gauw was de ontzetting zoo groot, dat Gé en ik elk een kussen, bij elke gier voor onze gezichten hielden [..].
  • De bevrijding wordt duur gekocht, maar tot nog toe zijn we nog in de kelder en leven zonder gewond te zijn.
  • De Moffen verdedigden Zutphen hardnekkig en wierpen er 1.500 fanatieke parachutisten van 15-20 jaar in de strijd.
  • Ik kan dit niet beschrijven!
  • Doodmoe!
  • Om kwart over 6 een knal en dat moest onze [Warnsveldseweg] brug zijn. Vader was niet te houden, maar met veel smeeken wachtte hij toch de scherven af.
  • Midden in de nacht trapten de Moffen de deuren in als de menschen niet gauw genoeg uit de kelders kwamen om open te doen.
  • Vader wou eruit, maar Gé zei al, nu komen de straatgevechten! En ja, ze had gelijk.
  • En de Mof ging maar door met vuren. Een scherpschutter hoor!
  • Toen hoorden we in die tijd steeds ontploffingen aan de kant van ‘t spoor. Toen ging ook de IJselbrug.
  • Weer aanslag op watertoren [gelegen achter het huis van de fa. Strubbe].
  • ‘t Heele blok van Hartskerel [1940: B. Hartskeerl, winkelier, Prins Bernhardlaan 243] af, tot het Hooge huis toe en in de Appelstraat, die afgebrand is.
  • ‘t Werd onwijs stil. We waren dat niet gewend.
  • Opeens zagen we een Mof, achter bij [wasserij] Lenderink [waar de fam.Strubbe vanuit hun achterkamer op uitkeken] rennen voor zijn leven en bij de Watertoren verdwijnen.