Nazi's starten terreur in Holland door fusillade van 18 ter dood veroordeelden
- Na het 'sabotageproces' in Den Haag van 4 maart j.l. en de uitgesproken doodvonnissen worden vandaag de achttien ter dood veroordeelden gefusilleerd.
Op donderdag 13 maart 1941 werden op de Waalsdorpervlakte in Den Haag achttien verzetsstrijders gefusilleerd. Vijftien van hen behoorden tot de zogeheten Geuzen. Drie Amsterdamse stakers deelden hun lot.
De Geuzenbeweging had haar bakermat in Vlaardingen en telde daar en in andere plaatsen aan de Nieuwe Waterweg vele leden. In november en december 1940 werden enkele honderden Geuzen door de Duitsers gearresteerd en opgesloten in gevangeniscellen in Scheveningen. Tegen 43 van hen begon op 24 februari 1941, daags voor de Februaristaking, in Den Haag een proces.
Hun actie werd door de bezetter erg opgeblazen. De openbare aanklagers eisten zeer zware straffen tegen de Geuzen, die werden beschuldigd van spionage, sabotage en begunstiging van de vijand. Het Kriegsgericht deed op 4 maart uitspraak: achttien Geuzen werden ter dood veroordeeld, anderen kregen tuchthuis- of gevangenisstraffen, zes werden vrijgesproken.
De advocaten van de ter dood veroordeelden dienden gratieverzoeken in. Vrijwel iedereen rekende erop, dat de doodvonnissen niet zouden worden voltrokken; die waren immers buiten proportie.
Toen op 12 maart een aantal familieleden van ter dood veroordeelde Geuzen hen mocht bezoeken, hadden zij nog geen vermoeden van wat er de volgende dag zou gebeuren. Op deze 13de maart werd kort na het middaguur aan de achttien Geuzen meegedeeld dat nog diezelfde middag vijftien hunner zouden worden terechtgesteld.
Slechts drie veroordeelden, die nog geen twintig jaar oud waren, werden “begenadigd” met levenslange tuchthuisstraffen. Eén voor één spraken de vijftien Geuzen, van wie de meesten Hervormd of Gereformeerd waren, ‘s middags met de gevangenispredikant ds. G. Bos. Hij kreeg de afscheidsbrieven mee, die ze aan hun familie mochten schrijven.
Blijkens één van deze brieven zongen de vijftien, voordat ze zouden worden weggeleid naar het vuurpeloton, gezamenlijk het vierde vers van Psalm 43: “Dan ga ik op tot Gods altaren…..” Aan het einde van de middag werden ze gefusilleerd, de oudste was 49, de jongste 21 jaar...