Mijn reis naar Zutphen nr. 2

Er zat niet anders op dan te berusten in de hardvochtigheid van de 'NBS'-ers, een corps lieden, dat mij op deze reis wel heel onsympathiek geworden is. [Op zijn reis naar Zutphen vanuit Leeuwarden waren heel veel controles die veel tijd kosttten]

De enige mogelijkheid was den stempel van de Civil Affairs in Deventer te krijgen. We zouden die nacht dan moeten blijven in Eefde, met zoveel honderden teleurgestelden, die uit Duitsland, Groningen & Friesland op weg waren naar hun reeds bevrijde woonsteden.

Dan maar overnachten in de stal bij boer Rengerink, in het stro. De Openbare school was als passantenhuis ingericht, maar er zaten ook kleine veelvoetige passanten [..] en we verkozen dus het varkenskot van boer Rengerink boven het luizenpaleis aan de straatweg.

Die nacht sliepen we op het stro in een kotje, waarin ‘s daags tevoren het spek nog rondscharrelde, tussen vijf wroetende krulstaarten ter ene en vier blèrende kalveren ter andere zijde, terwijl de nachtegaal in de hoge populieren boven ons de maan een aubade bracht.

Gelijk wijlen Mozes het Beloofde Land mocht zien maar niet betreden, zitten wij naar de vijf torens van Zutphen te koekeloeren. Deze vergelijking bracht ons op een idee: schrijf - gelijk Mozes - een brief & zo gezegd zo gedaan.

Het werd een epistel vol smart en weemoed over onze mislukte missie en we zouden het meegeven aan een gelukkige, die de barrière mocht passeren. Die was echter niet gemakkelijk te vinden en zo staken we eerst af naar Deventer om ons geluk te proberen. Wachten op Civil Affairs.

We werden van Civil Affairs naar het politiebureau gestuurd, waar we ten leste om elf uur een mijnheer vermurwden ons een toegangsbewijsje tot de Civil Affairs te geven. Om 2 uur konden we het halen.