Groot Graffel in de oorlogsjaren
In het voorjaar van 1990 werd door de museumcommissie van Het Groot Graffel een kleine tentoonstelling georganiseerd onder de titel: "Het Groot Graffel in oorlogsjaren". Bijdragen hiervoor werden o.a. ontvangen van een aantal psychiatrische ziekenhuizen waarvan in de oorlogsjaren de patiënten naar Het Groot Graffel werden geëvacueerd. De gegevens die hieruit werden verkregen, tezamen met de gegevens die in de archieven van de gemeente Zutphen en het Oude en Nieuwe Gasthuis aanwezig waren, leverden de informatie op voor onderstaand artikel.
De geëvacueerde patiënten
Als gevolg van verdedigingsmaatregelen door de Duitse troepen die ons land op 10 mei 1940 waren binnengevallen werden o.a. alle psychiatrische ziekenhuizen in de kuststrook door de bezettende macht "gevorderd". Dat betekende dat vaak in korte tijd voor honderden patiënten en personeelsleden andere huisvesting moest worden gezocht.
Voor het Oude en Nieuwe Gasthuis c.q. Het Groot Graffel betekende dit de opvang van patiënten en personeel van de inrichtingen: - Rosenburg, Loosduinen ('s-Gravenhage); - Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch, Castricum; - Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort (voorheen Meerenburg); - Vrederust, Halsteren.
Om een indruk te geven van de gigantische operatie die een dergelijke ontruiming met zich meebracht, nemen we uit de jaarverslagen van Santpoort over, dat nadat eind 1942 bevel tot ontruiming was ontvangen, reeds op 4 januari en 5 februari 1943 met zeven D-treinen 1.334 patiënten met 400 personeelsleden vertrokken naar een zevental verschillende inrichtingen in het binnenland.
Joodse patiënten
Vermeldenswaardig is hetgeen te lezen valt in de stukken van Santpoort over de joden. Vermoedelijk zal het in andere inrichtingen niet veel anders zijn geweest. Het transport van geëvacueerde patiënten van Santpoort gebeurde o.a. met een bus. Voornamelijk als gevolg van de razzia's in juli 1942 in Amsterdam werden in Santpoort de eerste joodse onderduikers als "patiënten" opgenomen.
Totaal "verdwenen" zo'n 200 joden als psychiatrische patiënten binnen de muren van Santpoort. "Bij de evacuatie dragen alle joden bloempotten met grote planten zodat de verplichte jodenster bedekt wordt. Ook raken er veel joodse persoonsbewijzen "kwijt", zodat de J, die er in gestempeld is, gelijk mee verdwijnt", aldus Santpoort in oorlogstijd.
De stukken over die tijd lezend kan men slechts bewondering opbrengen voor de wijze waarop directie en personeel van met name Santpoort opkwam voor deze groep landgenoten. Zeker als men weet dat Santpoort niet vrij bleef van NSB-inmenging. "Er wordt een NSB-bestuursraad gevormd, waarna het oude bestuur aftreedt."
De eerste evacué's
De eerste geëvacueerde patiënten waren 30 vrouwen, begeleid door 8 gediplomeerde verpleegsters, uit "Vrederust" in Halsteren (bij Bergen op Zoom), die op 26 mei 1941 naar Het Groot Graffel werden overgebracht.
Financiële problemen
Problemen van financiële aard, waarbij provisoren [rijksbestuurders] van het Oude en Nieuwe Gasthuis het niet eens konden worden met het bestuur van Vrederust over de betaling van het volle verpleeggeld voor de patiënten van Vrederust, deed het bestuur van Vrederust besluiten de geëvacueerde patiënten op 26 november 1941 definitief af te schrijven en de verpleegsters naar Vrederust terug te roepen, hetgeen op 15 december 1941 werd gerealiseerd.
Daarna werd de verpleging van deze patiënten, als "Graffelpatiënten" voor rekening van de verschillende, meest Zeeuwse gemeenten, waaruit ze als armlastig waren opgenomen, voortgezet. In de zgn. sterktestaten bleef deze categorie patiënten steeds afzonderlijk geregistreerd, zodat we bijvoorbeeld kunnen zien, dat in mei 1945 van deze 30 patiënten er nog 19 aanwezig waren.
Op particuliere adressen
In 1942 en 1943 werden totaal 565 patiënten, begeleid door 170 personeelsleden, tijdelijk ondergebracht in de gebouwen van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Zutphen en Warnsveld. Tal van personeelsleden werden "ingekwartierd" op particuliere adressen in Zutphen en Warnsveld. Gedurende hun verblijf in ons midden bleven de geëvacueerde patiënten steeds afzonderlijk gehuisvest en onder de hoede van hun eigen personeel.
Onder hen was o.a. de arts dr A.P. Timmer uit Santpoort, bekend door het schrijven van zijn leerboek voor verplegenden van zenuwzieken en krankzinnigen. Het vereiste heel wat creativiteit om die meer dan duizend patiënten dagelijks van het nodige te voorzien, vooral als we letten op de schaarste aan voedingsmiddelen, zeep en water.
Hongersnood
Dr J. van Bork, zoon van de geneesheer-directeur in die tijd P. van Bork) "Op het Graffel kwam de hongersnood. In de winter van '44-'45 moest mijn vader bijna wekelijks een begrafenisplechtigheid leiden. Hij deed dat in alle piëteit en verontwaardiging. Er was geen predikant, hij zette zijn hoge hoed op en ging samen met patiënten en verpleging in het Onze Vader voor op de kleine begraafplaats die achter het Graffel ligt". Een herdenkingssteen, aangeboden door de directie van de instellingen waaruit geëvacueerde patiënten werden opgenomen, is een blijvende herinnering aan deze benarde jaren.
Situatie ONG/Groot Graffel
Voor de duidelijkheid zij vermeld, dat in het.begin van de oorlogsjaren het Oude en Nieuwe Gasthuis over twee locaties beschikte ten behoeve van de "krankzinnigenverpleging" zoals deze zorg toen officieel nog genoemd werd, namelijk het Binnengesticht van het ONG te Zutphen. Eerst in 1944, na de ontploffing van de munitietrein op 28 september op het emplacement te Zutphen, werden alle in Zutphen opgenomen patiënten (inclusief de evacué's) overgebracht naar Het Groot Graffel te Warnsveld. Sindsdien is het Binnengesticht niet meer gebruikt ten behoeve van de verpleging van patiënten.
Nieuwbouwplannen
Aan de hand van de jaarverslagen gedurende de oorlogsjaren valt met name ten aanzien van de nieuwbouwplannen het volgende te melden: 1940 Op 15 maart 1940 werd een deputatie van het provinciaal bestuur ontvangen ter bespreking van de voorgenomen plannen, te weten het maken van een nieuwe aangewezen afdeling op het Buitengesticht en de inrichting van de bestaande open afdeling tot verpleging van tuberculosepatiënten. Op 4 april 1940 werd een bouwcommissie ingesteld en het architectenbureau Zandstra, Giesen en Symons te Amsterdam ingeschakeld, met de bedoeling de plannen "zover gereed te maken dat (...) met de bouw kon worden begonnen, zoodra de omstandigheden zich daartoe leenen".
Dokter P. van den Bork
De eerste geneesheer, dokter P. van Bork, heeft de gebeurtenissen en de getroffen maatregelen in het Oude en Nieuwe Gasthuis en Het Groot Graffel zeer nauwkeurig omschreven nagelaten. Het verslag vermeldt: "Het spreekt vanzelf, dat onder de tegenwoordige omstandigheden aan uitvoering niet te denken is".
Stichters Engelbert Kreijnck en Jutte van der Voorst
Op 21 februari 1942 was het 500 jaar geleden, dat van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Zutphen de stichtingsbrief werd afgegeven, als gevolg van de samenvoeging van het Oude of Heilige Geestgasthuis en het Nieuwe of St. Elisabeth-Gasthuis. Het jaarverslag vermeldt: "De omstandigheden leenden zich er niet toe, om dit feit feestelijk te herdenken". Wel werd herinnerd aan "de naastenliefde en menschenmin van de stichters Engelbert Kreijnck en zijn schoonzuster Jutte van der Voorst, die, bezield met lust om maatschappelijke rampen en gebreken te bestrijden, hun bezit afstonden tot hulp van zieken, armen en hulpbehoevenden".
Overplaatsing
Namens het gehele personeel werd door de Rentmeester aan het bestuur een schilderij aangeboden, voorstellende het Nieuwe Gasthuis aan de Spiegelstraat te Zutphen. (Helaas is thans niet meer te achterhalen waar dit schilderij is gebleven.) Op 12 juni 1942 had op het provinciehuis te Arnhem een bespreking plaats over de overplaatsing van het Binnengesticht naar het terrein van het Buitengesticht."Gecommitteerden meenden, dat deze verplaatsing zoowel uit het oogpunt der verpleging, als uit economisch oogpunt ware aan te bevelen"
Bominslagen
Op 22 september 1943 werd het Binnengesticht door een tweetal bominslagen getroffen. Persoonlijk ongelukken waren er niet of nauwelijks, maar de materiële schade was groot. Het jaarverslag vermeldt: "Ruiten waren gesprongen, in totaal 641 deuren en ramen ontwricht [...] en beschadigd, gordijnen en meubilair vernield". De schade kon echter weer worden hersteld en de lokaliteiten werden weer bewoonbaar gemaakt.
Joodse patienten
De bouwplannen voor het sanatorium waren inmiddels gereed, doch de uitvoering "zal voorloopig moeten worden opgeschort". Wat niet vermeld wordt in het jaarverslag over 1943, is het dieptepunt in de geschiedenis van het ONG, namelijk het weghalen van de joodse patiënten door de bezetter. Achteraf is gebleken dat dit pas mogelijk was, nadat geneesheer-directeur Van Bork op non-actief werd gesteld, aangezien hij pertinent zijn medewerking weigerde. Bekend is dat een negental patiënten via het Israëlitisch noodziekenhuis (aan de Halterstraat) en een zestal rechtstreeks, naar Westerbork werden getransporteerd
Overplaatsingen ten gevolge van ontploffing Munitietrein
Op 28 september 1944 ontplofte een munitietrein op het emplacement van het station te Zutphen, als gevolg waarvan grote schade werd aangericht aan de gebouwen van het Binnengesticht. Eén patiënt werd dodelijk getroffen. Wegens het grote gevaar van de omgeving (spoorstation en IJsselbrug) werd besloten de patiënten en het bij hen behorende personeel naar het Buitengesticht "Het Groot Graffel" over te plaatsen. Een 30-tal patiënten met enige personeeisieden bleef in het gesticht achter.
Van maandag 2 tot woensdag 4 oktober 1944 werden alle I 460 patiënten uit het Binnengesticht plus de aldaar geëvacueerde patiënten uit Rosenburg (I130) en Santpoort (10) overgebracht naar Het Groot Graffel. In een mededeling van 1 oktober 1944, die bewaard is gebleven, staat nauwkeurig aangegeven op welke wijze dit transport plaats had. De meeste patiënten gingen lopend, in groepjes van vijf, onder begeleiding van het personeel, de bedlegerigen werden vervoerd met een ziekenauto, een vrachtwagen voorzien van brancards, de wagen van het Rode Kruis of met de rijwielbrancard.
Als gevolg van deze overplaatsing moesten toen in de gebouwen van Het Groot Graffel in totaal 1.460 patiënten worden ondergebracht. Het had maar een capaciteit voor 475 patiënten [..]. Ondanks deze moeilijke omstandigheden vermeldt het jaarverslag over 1944 bij "geestelijke verzorging en ontspanning" toch o.a.: "De bevrediging van de religieuze behoeften van patiënten en personeel heeft voortdurend onze bijzondere aandacht en de Christelijke feestdagen worden telken jare met grote wijding gevierd" en "Ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden werden aan de patiënten nog vele uren van genot en vreugde verschaft".
Binnengestcht opnieuw getroffen
Op 14 oktober werd het Binnengesticht opnieuw getroffen door een bomaanval van de geallieerden op het station en de IJsselbrug. Hierbij kwam badmeester W. Daniëlse om het leven. Wasserij, badhuis, zusterhuizen en doklershuizen aan het Stationsplein werden ernstig getroffen en ook andere gebouwen liepen grote schade op. Besloten werd de overgebleven patiënten en personeelsleden nog dezelfde avond naar het buitengesticht over te plaatsen. Hoewel een gedeelte van de wasserij elders moest worden ondergebracht, bleven bakkerij, magazijnen, weverij en slagerij en voor zover mogelijk de wasserij in het Binnengesticht functioneren, hetgeen mogelijk was omdat de machinekamer intact was gebleven. De administratie werd onder-gebracht in het "Ruitershofje" aan de Berkelsingel.
Bouw nieuw gesticht
Over de bouwplannen wordt vermeld, dat door het bestuur "eene bouwcommissie werd ingesteld, met het doel, plannen te maken voor den bouw van een nieuw gesticht op het terrein-van Het Groot Graffel te Warnsveld", 1945. Het jaarverslag over 1945 begint jubelend met "Eindelijk was dan toch het lang verbeide ogenblik der bevrijding genaderd". Reeds in de bestuursvergadering van 12 april 1945 (de Hoven was pas op 14 april bevrijd), kan de voorzitter zijn bestuur en personeel hartelijk gelukwensen met de bevrijding en tevens een woord van deelneming spreken met het droevige verlies van de slachtoffers onder de patiënten en onder het personeel en hun verwanten.
Een uitgebreide bekendmaking werd opgesteld, gericht aan het personeel, dat eindigde met de woorden: "Maar deze vijf jaren hebben verhelderend gewerkt, hebben het personeel dichter bij elkaar gebracht, hebben saamhorigheid, onderling vertrouwen en waardering voor elkaar, versterkt. Laten wij deze goede eigenschappen behouden en gebruiken om samen te werken aan de wederopbouw en de vooruitgang van onze zo geliefde schone stichting".
Na de bevrijding bleek dat het Binnengesticht aanzienlijke schade had opgelopen. Omdat de gemeente Zutphen voor haar wederopbouw het terrein van het Binnengesticht in zijn opbouw- en uitbreidingsplan wenste op te nemen, werd na lang wikken en wegen besloten het Binnengesticht niet meer voor verpleging geschikt te maken en de patiënten op het Buitengesticht in verpleging te laten.
In mei 1945 kwam een plan van Zandstra, Giessen en Symons gereed dat beoogde de verpleging van 800 patiënten op het terrein van Het Groot Graffel mogelijk te maken. Het plan bestond uit een hoofdgebouw, waarin ondergebracht het medisch centrum, de administratie, de bestuursvertrekken, de logiesgelegenheden van het personeel, de eet- en recreatiezalen voor het personeel, de ontspanningsgelegenheden voor patiënten en personeel, voorts uit twee paviljoens voor rustige patiënten, een kerkgebouw, een sanatorium voor TBC-patiënten, een paviljoen voor klassepatiënten en een centraal economiegebouw, waarin wasserij, bakkerij, slagerij, magazijnen, keukens en machinekamer konden worden ondergebracht, voorts een gebouw voor arbeidstherapie en tenslotte een aula voor begrafenissen.
Van provinciale zijde werd tijdens een bespreking op 29 juni "groote belangstelling en medewerking geconstateerd". Een ambitieus plan waar vijf jaar over gesproken was, maar dat als zodanig nimmer werd uitgevoerd. Wel kwamen in 1949 twee paviljoens (Ruimzicht en Boslust) reeed onder architectuur van dezelfde architect. Nadat de laatste geëvacueerde patiënten op 30 oktober 1945 waren vertrokken, resteerden nog 650 patiënten. Toch blijken de geestelijke verzorging, de werkverschaffing en de ontspanning ondanks de krappe behuizing allemaal prima te verlopen.
Dertien patienten lieten tijdens gevechtshandelingen het leven
Wel heeft Het Groot Graffel als gevolg van granaatvuur een grote schade aan de gebouwen opgelopen. Erger was, volgens de jaarverslagen, dat door het exploderen van de granaten 13 verpleegden het leven lieten.
Met veel dank aan Henk Mulder