Gerrit Hendrik Brinkman

Gerrit Hendrik Brinkman wordt geboren als zevende kind op de Meibergin Aalten. Zijn ouders, Pieter J. Brinkman en Engelina H. Messink, krijgen twaalf kinderen (vier kinderenwerden levenloos geboren).

Het beroep van Gerrit Hendrik is ambtenaar tramwegen.

Gerrit Hendrik ontmoet Johanna Berendina (Hanna) Mateman van de Nijhofsweg in Barlo en ze trouwenop 5 juli 1940 in Aalten.

Een prachtig bruidspaar dat vertrouwen heeft in de toekomst. Al hangt er wel een grauwsluier over deze dag want Nederland is twee maanden daarvoor bezet door Duitsland.

Het paar woont vervolgens op de Praebsterkamp 4 in Zutphen. Dat is een nieuwgebouwd half vrijstaand huis met tuin in het Deventerwegkwartier. De vreugde is groot als hun dochtertje Ineke wordt geboren (Engelina Berendina) op 16 februari 1942.

Maar het geluk is niet van lange duur want zowel Hendriken Hanna als Ineke krijgen de ziekte tuberculose in een ernstige vorm. Ineke overlijdt op de leeftijd van een jaar en negen maanden. Op de rouwkaart van november 1943 staat dat het condoleance adres het Sanatorium in Almen is.

Daar volgen Hendriken Hanna op dat moment een tbc-kuur in het zogenoemde P.W. Janssen ziekenhuis aan de Ehzerallee.

Hendriks ouders regelen de begrafenis van hun kleindochter omdat Hendrik en Hanna te ziek zijn. De begrafenis vindt plaats vanaf het woonadres van de grootouders aan de Meiberg 14 in Aalten zonder het bijzijn van Hanna en Hendrik.

In dat jaar 1943 worden ongeveer honderd tbc-patiënten verpleegd waaronder Hendrik Brinkmanen zijn vrouw. De gemiddelde duur om te kuren in Almen is 633 dagen en dat is volgens het jaarverslag 200 dagen langer dan in het jaar 1941. Ook blijkt uit het verslag dat er gebrek is aan materiaal. Aangenomen mag worden dat Hendrik Brinkman in april 1945 nog niet zo lang terug is van zijn tbc-kuur. Hanna en hij hebben de barkoude Oorlogswinter doorstaan.

Vanaf eind maart zijn de Canadezen bezig met de bevrijding van de Achterhoek. De bevolking van Zutphen verkeert in grote spanning en verlangt ook naar de bevrijding. De Duitse bezetters werken hard aan hun verdediging en leggen overal in Zutphen versperringen aan. Ze weten niet vanaf welke zijde de geallieerden zullen oprukken, west zuid of oost. Toegangswegen worden geblokkeerd met betonnen blokken en zelfs met tramwagons, gevuld met stenen. Waarschijnlijk wel de wagons die Hendrik bestuurd heeft als tramambtenaar.

Bruggen worden opgeblazen. Kanonnen en mitrailleursnesten worden opgesteld. Op 5 april moeten de bewoners van de straat naast de Praebsterkamp evacueren want de Duitsers graven zich daar in. Tegen de avond wordt hevig gevochten in die buurten dat gaat zo de hele nacht door. Ook de volgende dag 6 april wordt fel gevochten in de wijk. Hendrik en Hanna Brinkman gaan naar een schuilkelder, samen met hun buren en hun kinderen.

De Canadezen komen met de 3e infanterie divisie vanuit het noordoosten Zutphen binnen, via de Deventerweg. In de loop van die dag dringen de bevrijders verder door in het Deventerwegkwartier waar ze huis voor huis moeten veroveren. Overal zitten fanatieke Duitsers verstopt die op alles schieten.

Er volgen lange uren waarin de mensen in spanning moeten wachten in de kelders en er volgt een angstige nacht waarin ze nauwelijks kunnen slapen. De volgende dag, zaterdag 7 april vroeg in de ochtend, blijkt dat er in de buurt nog steeds een Duits kanon actief is.

Een buurkind in de schuilkelder bij Hendrik en Hanna begrijpt niet meer wat er gebeurt, voelt misschien de angst van de ouders en kan niet langer getroost worden. Het kind begint te jengelen en huilen. Misschien is er niets te drinken voor het kind en is het eten ook op. Hendrik verlaat deze 7e april –de laatste oorlogsdag in Zutphen -de schuilkelder om proviand te halen. Hij wordt getroffen door een granaatscherf. Waarschijnlijk is het een bom van de bevrijders.

Hendrik is niet op slag dood maar zwaar gewond. Men brengt hem -op de dag voor de Bevrijding- naar een noodhospitaal (mogelijk een kerk, de weg naar het ziekenhuis was afgesloten vanwege oorlogsgeweld) en zijn vrouw gaat mee. In het noodhospitaal kan men de noodzakelijke ingrepen of operatie niet uitvoeren. Daar is Hendrik in de armen van zijn vrouw overleden.

Pas op zondag 8 april is Zutphen helemaal bevrijd en trekken de bevrijders met vrachtauto’s, tanks en ander materieel de stad in. Veel militairen aan beide zijden en burgers zijn om het leven gekomen.

Omdat het niet mogelijk is Hendrik Brinkman te begraven –er wordt op de dag van zijn overlijden nog bij de begraafplaats gevochten door geallieerden en Duitsers in loopgraven notabene op de begraafplaats zelf - worden de doden uit het Deventerwegkwartier op een tijdelijke begraafplaats in het plantsoen van de Praebsterkamp begraven.

Het is niet bekend of dat ook met Hendrik gebeurd is. Er kan ook een transport geweest zijn vanuit Aalten dat zijn stoffelijk overschot heeft opgehaald.

De overlijdensacte wordt in Zutphen pas op 11 april opgemaakt. Zijn begrafenis vindt plaats op 12 april 1945 in Aalten, waar hij naast zijn dochtertje begraven wordt.

Hanna blijft alleen achter met veel verdriet. Hanna Brinkman blijft nog tien jaar lang in Zutphen wonen. In 1955 trouwt ze en verhuist met haar tweede man naar Friesland. Ze krijgen samen een dochter en een zoon.

Hanna’s tweede echtgenoot overlijdt in 1990 en zijzelf in 2007.

Bronnen: Informatie van familieleden Brinkman-Mateman, P.W. Janssen ziekenhuis Almen, begraafplaats Berkenhove, research Gerrit Nijman en Ina Brethouwer. Foto’s uit particuliere collectie.

Zie: Gelders Archief

Zie: Jan Kreijenkamp


Geboren:
Geboorteland: Nederland

Geboorteplaats: Aalten
Overleden:
Leeftijd overlijden: 30
Plaats van overlijden: Zutphen
Begraafplaats: Aalten Berkenhove
Div.: Tramwegambtenaar en Held die uit een schuilkelder onderweg naar voedsel voor een baby mogelijk door eigen vuur werd gedood