Geen herdenking aan de razzia van 7 en 8 oktober 1941 in de Achterhoek
Razzia in de Achterhoek
Het is maar een voetnoot in de geschiedenis. Een gebeurtenis die zelfs tot nu geen speciale herdenking kreeg. Zoals bijvoorbeeld Market Garden die wél kreeg. Ook deze week zal ik waarschijnlijk de enige zijn die er bij stilstaat, vrees ik. Terwijl toch de data 7 en 8 oktober 1941 een belangrijke, helaas zwarte bladzijde vormen in onze Achterhoekse geschiedenis.
Op die twee dagen houdt de Duitse bezetter in diverse plaatsen in de Achterhoek een speciaal tegen joden gerichte razzia. Zeventig joodse mannen worden zonder pardon opgepakt en afgevoerd naar concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. Slechts tien van hen keren terug. De andere zestig zijn voor het eind van het jaar al omgebracht.
Het is een bijna-primeur voor de Achterhoek. Eerder gingen de mannen van de Duitse Ordnungspolizei in de grote steden al wel op jodenjacht. En een paar weken eerder is ook in Twente al een grote razzia gehouden. Daar worden meer dan honderd joodse mannen opgepakt. Maar voor deze actie zegt de bezetter tenminste nog een reden te hebben: het is de straf voor het doorknippen van enkele telefoonkabels.
Op 7 en 8 oktober voeren de Duitsers zelfs geen enkele verontschuldiging aan. Tekenend voor de groeiende arrogantie waarmee de Nazi's andere volken - en zeker de mensen die zij 'Untermenschen' noemen - bejegenen.
Let wel, de acties waarbij de Duitsers (met de hulp van Nederlandse politieagenten!) joden oppakken in Aalten, Borculo, Doetinchem, Lochem, Ruurlo, Terborg, Winterswijk en Zutphen hebben plaats in het najaar van 1941. Dat is nog voor in Berlijn aan de Wannsee de zogenaamde Endlösung der Judenfrage wordt bedacht. Het systematisch uitroeien van het Joodse volk moet dan dus nog beginnen.
Hans Albin Rauter, de hoogste SS'er in Nederland, laat waarschijnlijk deze razzia's alleen maar uitvoeren om de joden schrik aan te jagen. In zijn ogen zijn die nog lang niet bang genoeg voor de 'Edelgermaanse' bezetter.
Toen ik in de jaren zestig de middelbare school volgde, stond in mijn geschiedenisboek over de razzia in de Achterhoek geen letter te lezen. En waarschijnlijk zou deze verschrikkelijke gebeurtenis al vergeten zijn, als niet plaatselijke amateur-historici de verhalen erover hadden opgeschreven. Hulde dus aan de historische verenigingen in bijvoorbeeld Ruurlo en Winterswijk en evenzeer aan de mensen die op persoonlijke titel deze zwarte bladzijde in onze geschiedenis vastlegden.
Cees Derlagen uit Lochem bijvoorbeeld. Die in zijn boekje 'Lochem, Emmastraat 25' onder andere beschrijft hoe de jongens uit het gezin Koopmans worden opgepakt. Een van hen op zijn werk, bij een slagerij aan de Molenstraat. Waaruit blijkt hoe goed de Duitsers weten waar ze hun slachtoffers kunnen vinden. De slagersknecht weet aanvankelijk te vluchten, verstopt zich in een perenboom in de tuin. Maar wordt daar door de Grüne Polizei bijna letterlijk uitgeschud.
Ook het verhaal van Lo Wijler is opgetekend. Lo en zijn vrouw Reina drijven een kleine manafacturenwinkel aan de Dorpsstraat in Ruurlo. Wanneer de Duitsers op 7 oktober in het dorp verschijnen hebben zij een logee: Bernard Sanders, die een paar weken geleden aan de jodenrazzia in Enschede is ontsnapt. Nu slaagt hij daar niet in. Beide mannen worden afgevoerd en zijn een paar weken later al dood. In Mauthausen zogenaamd aan een ziekte bezweken.
Het zijn maar twee verhalen van de vele die te vinden zijn in de archieven van de historische verenigingen, in enkele boeken en op internet. In de Achterhoek zijn de slachtoffers van deze razzia nog niet vergeten.
Overigens: wrang genoeg staat 8 oktober 1941 wel om een andere reden in de geschiedenisboeken. Op die dag begint de bouw van kamp Birkenau, een van de vernietigingskampen bij Auschwitz.
Bron: Achterhoek Nieuws