Doodmoe maar toch weer gegaan

Gé vertikte ’t meer [verder], zoo’n geploeter en met blaren onder de voeten, doodmoe, maar na’t eten is ze toch weer gegaan.

Maar ja, [er is] van alles in de stad, [maar] je ziet niks door ‘t vele werk en dan zie je vele jongemannen lanterfanten bij de weg.

Dat zal wel gauw anders worden!

Geen kip mag zonder bewijs de stad uit